2525 | vrouw | 48 jaar | zelfstandig coach/trainer

De huisarts heeft in 2010 te laat bij haar geconstateerd dat sprake was van een schimmelinfectie aan haar behaarde hoofdhuid. Zij ging naar de huisarts vanwege puistjes bij haar haargrens aan de voorzijde. Zijn aanvankelijke diagnose was folliculitis (ontsteking van haarzakjes) waarvoor hij een crème had voorgeschreven; hij had haar beter naar de dermatoloog kunnen doorverwijzen. Haar haar ging steeds meer uitvallen. Uiteindelijk is ze als gevolg van de schimmelinfectie en het uitblijven van een adequate behandeling kaal geworden. Ze is aangewezen op het dragen van een haarstuk/pruik. Bij de toekenning van het smartengeld houdt de Rb. rekening met het feit dat de vrouw, die in 2015 53 jaar was, blijvend kaal is; ze heeft regelmatig pijn en jeuk bij het dragen en aanbrengen van het haarstukje; door het haarstukje heeft ze last van eczeem; ze schaamt zich als mensen naar het haarstukje vragen; ze kan haar hobby zwemmen en snorkelen niet meer beoefenen vanwege haar angst dat het haarstukje loslaat.
(te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 1-10-2014)