Voorbeelden

Indien iemand letsel heeft opgelopen (lichamelijk en/of geestelijk) door de schuld van een ander, heeft men in principe recht op smartengeld. Al gauw denkt men dan aan de astronomisch hoge bedragen waarover in de media wordt bericht en die dan meestal in de Verenigde Staten door de rechter zijn toegewezen. Hierbij wordt echter uit het oog verloren dat het in die zaken vaak een vergoeding van alle schade betreft, dus ook die van bijv. het verlies van inkomen in de toekomst. In Nederland wordt smartengeld betaald naast de overige schade. De bedragen zijn dus niet te vergelijken met die in bijv. de Verenigde Staten.

De vergoeding van materiële schade wordt berekend op twee manieren: bij al gemaakte kosten gebeurt dit aan de hand van nota’s. Bij te verwachten schade in de toekomst wordt een schatting gemaakt met een afweging van risico’s. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar de geschatte overlijdensleeftijd.
Factoren die een rol spelen bij de hoogte van het smartengeld:

• aard en ernst van het letsel (de belangrijkste factor);
• mate van geleden pijn;
• duur van het herstel;
• mate waarin het slachtoffer zich van zijn toestand bewust is;
• blijvende littekens en/of lichamelijke beperkingen en de invloed hiervan op werk, studie, relaties en vrijetijdsbesteding;
• leeftijd en geslacht. En heel soms:
• aard van de aansprakelijkheid (bijv. de mate van schuld bij de veroorzaker);
• vertraging bij de afwikkeling van schade.

De ANWB verzamelt al ruim zestig jaar rechterlijke uitspraken waarin smartengeld is toegewezen in het boek Smartengeld. Deze uitspraken worden gerubriceerd naar het soort letsel. Letselschaderegelaars, advocaten, verzekeringsmaatschappijen, rechters en anderen die op een of andere manier te maken hebben met een vordering voor de vergoeding van de immateriële schade van een slachtoffer, raadplegen deze verzameling om enige indicatie te krijgen over het te vergoeden of te vorderen smartengeld.

Voorbeelden.

De toegewezen bedragen in de voorbeelden zijn geïndexeerd naar september 2023 (bijv.: toegewezen in januari 2018: € 1.000, geïndexeerd naar september 2023 komt dat neer op € 1.249; zie link naar CBS-site)

Smartengeld na ongeval:

nr. 2808 | man |  werkzaam in de horeca | 14-12-2017 | € 10.320 (Been- en voetletsel)

Toen hij op zijn brommer reed, is hij aangereden door een automobilist die een voorrangsfout maakte. Door het ongeval had hij een dubbele onderbeenbreuk (scheenbeen en kuitbeen). De volgende dag is hij geopereerd, waarbij een tibiapen is aangebracht in het linker onderbeen. Na de operatie bleek sprake te zijn van een rotatie van de voet van 20 graden (dit was een medische fout). Hierdoor heeft hij 15 maanden hevige pijnklachten en ernstige beperkingen gehad. In maart 2019 heeft hij een hersteloperatie ondergaan, waarna hij moest revalideren. Vóór de eerste operatie werd een tijdelijke behandeling uitgevoerd zonder verdoving, hetgeen zeer pijnlijk en traumatisch was. Hij zal de rest van zijn leven beperkingen ondervinden. Hij heeft veel pijn geleden. Hij maakte graag lange wandelingen en ging op fietsvakanties met zijn echtgenote, wat nu niet meer kan. Ook kan hij geen mantelzorg meer verlenen aan zijn schoonmoeder. Hij heeft lange tijd niet kunnen werken. Op het toegekende bedrag komt het reeds bij voorschot uitgekeerde bedrag ad € 7.500,- in aftrek zodat er per saldo nog € 2.500,- verschuldigd was. 
(te vermeerderen met wettelijke rente vanaf datum vonnis, 18-1-2023)

nr. 2814 | vrouw | werkzaam in de dienstverlening | 16-05-2013 | € 1.010 (Hoofd-, hersen- en zenuwletsel, psychische schade)

Op de zolderverdieping van het kantoor waar ze werkte, heeft ze hard haar hoofd gestoten tegen een metalen balk van een laaghangende dakconstructie. Hierdoor heeft ze enkele weken gezondheidsklachten ervaren. Gelet op het (hoofd)letsel (een bult en misselijkheid, hersenschudding) kan worden aangenomen dat ze als gevolg daarvan pijn heeft ondervonden en beperkingen in haar dagelijks leven. Het hof gaat er daarbij vanuit dat die periode beperkt is gebleven tot enkele weken en dat daarna voortdurende klachten niet aan het ongeval kunnen worden toegeschreven. 
(te vermeerderen met wettelijke rente vanaf datum ongeval, 16-5-2013; vernietiging Ktr. Amsterdam d.d. 13-2-2020, rolnr. 14-16210, die de vordering afwees)

Smartengeld na medische fout:

nr. 2740 | vrouw | 52 jaar | 17-09-2010 | € 125.000 (Heup- en bekkenletsel, beschadiging inwendige organen)

Uit een bloedonderzoek en een echo in het ziekenhuis in augustus 2010 bleek dat zij een positieve hepatitus C uitslag had. Die uitslag is ongelezen aan haar patiëntendossier toegevoegd, waarna tijdens alle controles daarna (inclusief CT-scans en MRI-scans) gedurende bijna 11 jaar nooit is opgemerkt dat er iets aan de hand was met haar lever en nooit die positieve uitslag boven water is gekomen. In februari 2021 werd evenwel de diagnose levercirrose en (ongeneeslijke) leverkanker gesteld. Vaststaat dat door het missen van de juiste diagnose in 2010 niet de juiste behandeling is ingezet, waardoor het zeer waarschijnlijk is dat zich daardoor leverkanker heeft kunnen ontwikkelen die in een laat stadium is ontdekt. Haar overlevingskansen zijn gedaald van (nagenoeg) 100% naar 0%. Na de diagnose van kanker is haar levensverwachting geschat op 6 maanden; dat is 20 jaar minder dan wanneer ze niet ziek was geworden. Haar leven als zelfstandig functionerende vrouw, echtgenote en moeder is plotseling onomkeerbaar veranderd. Ze kampt met vermoeidheidsverschijnselen, pijn in haar rug en buik, en ontstekingen in haar hele lichaam. Verder moet ze elke 3 weken naar het ziekenhuis voor immunotherapiebehandeling. Door haar klachten kan ze haar hobby’s zoals fietsen en wandelen niet of nauwelijks meer beoefenen. Naar verwachting zullen haar klachten alleen maar erger worden. Op het toegekende bedrag komt het door de verzekeraar reeds betaalde voorschot op het smartengeld ad € 100.000,- in mindering, zodat per saldo nog € 25.000,- verschuldigd is. 
(te vermeerderen met wettelijke rente vanaf datum missen positieve uitslag, 17-9-2010)

nr. 2716 | man | 53 jaar | zelfstandig aannemer | 27-05-2005  | € 7.846 (Been- en voetletsel)

Een dag nadat hij een eenzijdig motorongeval had gehad, waarbij hij een schouderfractuur en een breuk van het rechterdijbeen had opgelopen, is hij geopereerd. Daarbij is een zogenaamde grendelpen ingebracht die werd vastgezet met grendelschroeven. Eén grendelschroef bleek niet goed te zijn geplaatst, als gevolg waarvan tijdens een tweede operatie 5 dagen later is geprobeerd dit te herstellen door plaatsing van een nieuwe grendelpen met nieuwe grendelschroeven. Zijn revalidatie startte daarna, maar hij bleef klachten houden. Bijna een jaar later is hij voor de derde keer geopereerd waarbij een plaat op het bot in het been is geplaatst. Tijdens een vierde operatie, bijna 2,5 jaar later, is het plaatmateriaal verwijderd. Als gevolg van het ontstane delay tijdens de eerste operatie heeft hij langer pijn en hinder ondervonden; het ziekenhuis heeft dit erkend. Volgens deskundigen duurde de langere morbiditeit als gevolg van de gemaakte fout niet langer dan 1 jaar. Vanuit neurologisch oogpunt gezien heeft hij geen afwijkingen. Na het uiteindelijk verwijderen van de grendelpen is uiteindelijk alsnog een volledige genezing van de femurfractuur bereikt. De verdere beperkingen en klachten zijn het gevolg van het motorongeluk zelf en zouden zich ook zonder de medische fout hebben voorgedaan. De Rb. overweegt voorts dat, gezien die extra morbiditeit van maximaal een jaar, niet kan worden aangenomen dat het (blijvend) niet meer kunnen beoefenen van zijn hobby, voetbal, het eindigen van zijn relatie en het (in combinatie met zijn doofheid) moeilijk nog contacten onderhouden met anderen, daarvan het gevolg zijn. De Rb. sluit zich aan bij het door het ziekenhuis geboden bedrag.

Smartengeld na mishandeling:

nr. 2762 | man | 14-08-2015 | € 17.585 (Been- en voetletsel)

Tijdens een schietincident (poging tot doodslag) is hij meerdere keren beschoten als gevolg waarvan hij ernstig beenletsel heeft opgelopen in de vorm van 2 schotwonden aan zijn linker onderbeen en een gecompliceerde open onderbeenbreuk; het bot van het scheenbeen was verbrijzeld en het kuitbeen was gebroken. Hij is voor dit letsel 4 keer in het ziekenhuis opgenomen geweest en heeft meerdere operaties moeten ondergaan. Ook heeft hij lang moeten revalideren. Verder zit er nog een pin in zijn onderbeen waar hij dermate veel last van heeft dat die operatief zal worden verwijderd. In het door de dader ingestelde hoger beroep sluit het hof zich onder meer aan bij het door de Rb. toegekende bedrag aan smartengeld. 
(conform Rb. Zeeland-West-Brabant loc. Breda, d.d. 28-10-2020, rolnr. 20-425)

nr. 2799 | man | zelfstandig glazenwasser | 18-08-2017 | € 908 (Hoofd-, hersen- en zenuwletsel, psychische schade)

Tussen hem en een andere glazenwasser heeft een confrontatie plaatsgevonden, omdat die andere glazenwasser van mening was dat de man uit deze casus in ‘zijn’ wijk aan het glazenwassen was. Nadat hij een paar keer met een metalen buis tegen de bus van de andere glazenwasser had geslagen, is deze met zijn bus achteruit gereden waardoor hij opzij moest springen om te voorkomen dat hij zou worden aangereden. Dit incident heeft bij hem een acute stressstoornis veroorzaakt waarvoor hij is behandeld door een psycholoog en een psychiater. 
(vernietiging Ktr. Den Haag d.d. 24-3-2021, rolnr. 20-1, die de vordering tot immateriële schadevergoeding afwees)

Smartengeld bij niet-letsel:

nr. 2754 | vrouw | 02-12-2021 | € 102 (Inbreuk op privacy, aantasting in de persoon)

Een week nadat zij een supermarkt had bezocht is ze, toen ze weer in die supermarkt was, door de filiaalmanager meegenomen naar de bedrijfskantine en is haar verteld dat ze een winkelverbod van 1 jaar kreeg vanwege een winkeldiefstal die ze tijdens haar eerdere bezoek zou hebben gepleegd. Gebleken is dat de beschuldiging van diefstal valselijk was. De Ktr. oordeelt dat het merkwaardig is dat ze niet ter plekke was geconfronteerd met de vermeende diefstal, maar pas tijdens haar volgende winkelbezoek. Verder zijn aan haar niet de camerabeelden getoond op basis waarvan ze werd beschuldigd. Dat die beelden niet meer beschikbaar zijn, komt voor rekening van de winkel. Door de onterechte beschuldiging van winkeldiefstal, die zij als een diep ingrijpende vernedering heeft ervaren, is zij in haar eer en goede naam aangetast.

nr. 2810 | vrouw | werkzaam in de horeca | 13-05-2022 | € 4.028 (Ontslag uit dienstbetrekking, arbeidsconflict)

Toen zij ongeveer 1,5 maand in dienst was bij een restaurant, is er een incident geweest tussen haar en een collega (een chef-kok). Het incident bestond uit fysieke seksuele intimidatie. Blijkbaar was daar al een periode van verbale (seksuele) intimidatie aan vooraf gegaan. Hij is op haar afgelopen, heeft haar vastgegrepen, haar tegen de muur geduwd en haar keel vastgegrepen. Een week later heeft ze zich ziek gemeld. Na 2 maanden is ze gaan re-integreren, maar na 10 re-integratiedagen heeft ze zich weer ziek gemeld. Ruim een maand later is haar arbeidsovereenkomst opgezegd en nog weer 5 weken later is ze ziek uit dienst gemeld waarna ze een Zw-uitkering ontvangt. Ze verwijt haar werkgever te zijn tekort geschoten in het zorgen voor een veilige en vrouwvriendelijke werkomgeving, en tevens in het niet bieden van juiste nazorg en begeleiding bij de re-integratie. De Ktr. is het met haar eens. Sinds het incident kampt zij met psychische klachten waaronder PTSS en burn-out; hierdoor is ze a.o. geworden. In het verleden had zij al PTSS gehad. Bij het bepalen van de hoogte van het smartengeld houdt de Ktr. rekening met genoemde omstandigheden en dat de re-integratie niet soepel verliep, (mede) door triggers op de werkvloer, en haar arbeidsovereenkomst daardoor niet is verlengd. Hierdoor zit zij, als alleenstaande moeder van 2 kinderen, ziek thuis en heeft ze (vooralsnog) geen uitzicht op het kunnen uitvoeren van werkzaamheden. Dat dit een negatieve invloed heeft op haar gemoedstoestand met alle gevolgen van dien op (onder meer) haar privéleven, neemt de Ktr. als vaststaand aan.  
(te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 25-1-2023)

Smartengeld na voeging

nr. 2727 | man | 28-06-2020 | € 2.660 (Ontsiering van gelaat en lichaam)

Tijdens het uitgaan heeft een man hem met een afgebroken glas in zijn linkerarm en in zijn gezicht gestoken. Als gevolg hiervan had hij 2 steekwonden, waarvan één naast zijn rechteroog; dit was een snijwond van 7 à 8 cm. De wond moest worden gehecht en heeft een blijvend litteken opgeleverd. Doordat het litteken in zijn gezicht zit, naast zijn oog, is het altijd zeer goed zichtbaar en ontsierend. Door dit steekincident is een grove inbreuk gemaakt op zijn lichamelijke integriteit. Naast de fysieke gevolgen heeft het incident ook lange tijd gevoelens van angst en onveiligheid bij hem veroorzaakt. 
(te vermeerderen met wettelijke rente vanaf datum steekincident, 28-6-2020; conform Rb. Noord-Holland d.d. 8-3-2022, parketnr. 15-277404-20)

nr. 2772 | man | 13-02-2022 | € 10.220 (Heup en- bekkenletsel , beschadiging inwendige organen)

Hij is op klaarlichte dag, zonder enige aanleiding, toen hij thuis in zijn bed lag, meermaals met een mes gestoken door een huisgenoot die op dat moment verkeerde in een psychose. Hij heeft hierdoor ernstig en potentieel levensbedreigend lever- en middenrifletsel opgelopen waarvoor hij een (openbuik)operatie heeft moeten ondergaan. Dit heeft een enorme impact op hem gehad. Hij heeft moeten vechten en vreesde voor zijn leven. Door de enorme littekens die hij heeft opgelopen en door het noodzakelijk operatief ingrijpen zal hij zijn hele leven worden herinnerd aan het incident. 
(te vermeerderen met wettelijke rente vanaf datum steekpartij, 13-2-2022)