Nummer
Geïndexeerd bedrag
Oorspronkelijk toegewezen bedrag
Hij werkte sinds 1 augustus 1998 via een uitzendbureau bij de werkgever en aansluitend per 1 juli 2001 in vaste dienst, aanvankelijk als samensteller op de assemblageafdeling. Het werk bestond in de periode 1998-2004 met name uit het sorteren en monteren van tafelpoten (ongeveer 10 kg). Hij moest ook regelmatig zware pallets (ca. 23 kg per stuk) verplaatsen en frames monteren. Sinds hij in 2004 rugklachten kreeg, is hij ‘in de winkel’ gaan werken. Daar was het werk lichter, maar hij moest nog af en toe zware materialen hanteren (tot ca. 15 kg), pallets sjouwen en veel bukken en staan. In 2009 kreeg hij lichtere werkzaamheden. Datzelfde jaar stelde een arbeidsfysiotherapeut na onderzoek dat de klachten in stand werden gehouden door onjuist houdings- en bewegingsgedrag. Per 1 augustus 2012 is hij ontslagen vanwege bedrijfseconomische redenen. Ondanks allerlei medische behandelingen, zijn de klachten in 2025 nog niet verdwenen. Hij is nog steeds onder behandeling van een fysiotherapeut. Om de pijnklachten te verlichten gebruikt hij Tramadol. Hij zou hier graag mee stoppen, maar het afbouwen is niet gelukt. Als hij geen pijnmedicatie gebruikt, kan hij ’s nachts niet slapen. Als gevolg van de rugklachten kan hij overdag niet lang zitten. Hij moet in beweging blijven, maar kan hierbij slechts licht belast worden. Hij doet kleine werkzaamheden in de tuin, kan een paar boodschappen doen en koken. Hij is door het UWV volledig arbeidsongeschikt verklaard. Op 4 juli 2023 is bij arrest van het hof 's-Hertogenbosch vast komen te staan dat hij tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden bij de werkgever is blootgesteld aan voor de gezondheid gevaarlijke werkomstandigheden, waarbij hij daadwerkelijk gezondheidsschade (rugklachten) heeft opgelopen. Geoordeeld is dat de werkgever en haar verzekeraar RSA voor de daardoor ontstane schade op grond van artikel 7:658 BW aansprakelijk zijn. De werkgever had aanvankelijk de aansprakelijkheid betwist en is vervolgens in debat gegaan over de omvang van de schade. Het schadeafwikkelingstraject duurt daardoor al erg lang. De kantonrechter vindt het gevorderde smartengeldbedrag van € 25.000,- billijk. In de eerste plaats hecht de kantonrechter waarde aan het feit dat de werknemer een dienstverband had van 14 jaar en dat is vastgesteld dat de werkgever haar zorgplicht jegens hem heeft geschonden. Verder heeft de kantonrechter als schadeverhogend element meegewogen dat hij inmiddels 10 jaar in een aansprakelijkheids- en schadevergoedingsprocedure met de werkgever en de verzekeraar is verwikkeld, wat ook op mentaal gebied zijn tol heeft geëist. (Te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 12 februari 2014 (datum definitieve ziekmelding.))